B ligt in plank op de voeten van O. Op een seintje van O (een kneepje met de tenen) strekt B zijn armen lang zijn hoofd. Om de balans te bewaren moet O zijn voeten meer spietsen.
Terwijl B zijn lichaam gestrekt houdt flext O zijn voeten. O houdt daarbij zijn benen gestrekt boven zijn bekken. B kantelt hierdoor achterover. O pakt B hoog bij de bovenarmen beet, de vingers aan de borstzijde en de duimen aan de rugzijde. O haalt de armen van B naar zich toe, zodat B zijn handen naast het hoofd van O op de grond kan plaatsen
Als B in vertikale positie is brengt hij zijn benen een voor een naar de grond.
Het kantelen van B moet met enige snelheid gebeuren. Hiervoor moet B zijn lichaam gestrekt houden en moet O zijn voeten vrij snel flexen.
source:
Uit 'Akrobatiek' van Gerard en Benny Huisman - login of registreer om te reageren
Deutsch
Recente reacties
5 jaar 21 weken geleden
8 jaar 9 weken geleden
8 jaar 12 weken geleden
8 jaar 50 weken geleden